Trendsetter
Aaah, nee hè? Daar is hij weer. Altijd op de momenten dat het me het slechtst uitkomt, duikt hij op. Hij is al bij me zolang ik me kan herinneren en hij is op zijn zachtst gezegd nogal hardnekkig aanwezig. Wat ik ook probeer, ik kom maar niet van hem af. Het is iets waar ik blijkbaar mee moet leren leven, maar uit ervaring kan ik vertellen dat dat niet makkelijk is. Al mijn hele leven heb ik last van een vervelend monster dat in me huist. Een vlekkenmonster wel te verstaan.
Heb ik ’s ochtends net mijn schone kleren aan, dan zit er alweer een tandpastavlek op nog voordat ik de deur uit ben. Denk ik even snel de bloemen water te geven; blijkt dat lelies onuitwisbare geeloranje vegen achterlaten op je kleding (ik heb er zelfs dagen over gedaan om erachter te komen waar die raadselachtige gele vlekken vandaag kwamen). Hetzelfde geldt voor koken, fruit snijden, mijn fiets uit de schuur pakken of iets simpels als tomatensoep uit een potje of zak in een pan gieten. Al deze activiteiten staan bij mij garant voor een (vet)vlek, spetter of zwarte veeg op mijn shirt, broek of juist dat mooie jurkje dat ik heb aangetrokken voor een verjaardag. Het is enorm lastig om het gevecht met het monster aan te gaan. Als ik een servet op mijn schoot leg om te voorkomen dat hij toe kan slaan, zorg ik er moeiteloos voor dat die olijf net ernaast van mijn vork afvalt, met als gevolg een vervelende vetvlek. Maar ook op een feestje kan er spontaan een wijnvlek op mijn shirt belanden. Ik voel me op dat soort momenten net een klein kind. Op weg naar het volwassen worden, dacht ik dat kinderachtige monster vanzelf wel kwijt te raken, maar hij blijft bij me waar ik ook ben. Ik zou het natuurlijk kunnen accepteren, maar het staat zo slordig hè die witte tandpastavlekken precies op mijn boezem? Bij het snijden van een stuk fruit, zou ik een schort voor kunnen doen, maar ik denk dan altijd aan de keren dat het niet fout gaat. En bij het inschenken van de tomatensoep zou ik ook gewoon wat rustiger aan kunnen doen. Ik zou er zelfs een soeplepel bij kunnen pakken, maar nee, ik laat het monster winnen. Om die vlekken vervolgens weer te verwijderen, zoek ik hopeloos op internet naar tips. Pagina’s staan er vol mee en het lijkt allemaal zo makkelijk. Smeer er tandpasta op (uiteraard niet doeltreffend bij tandpastavlekken), strooi zout op de vlek, leg het kledingstuk een dag in de zon, laat een mengseltje van azijn en afwasmiddel intrekken. Niet boenen, wel boenen, geen warm water, veel melk. En in het uiterste geval; leg het kledingstuk in de bleek. Alle vlekken verdwijnen dan als sneeuw voor de zon. Klinkt simpel toch? Ze lijken bij iedereen te werken, behalve als ik zelf de tovermiddeltjes toepas. De vlek wordt er vaak alleen maar erger van. En als ik al een keer denk dat ik het monster heb verslagen, dan verschijnt de vlek gewoon weer als de stof eenmaal is opgedroogd. Zo is menig kledingstuk al op de stapel voor het goede doel of in de vuilnisbak beland. Teleurgesteld staar ik nu naar een broek met onuitwisbare vetvlekken. In mijn hoofd hoor ik het monster lachen. Het begint erop te lijken dat ik hem zal moeten accepteren. Ik moet hem in mijn hart sluiten en wellicht dat ik de bekende modehuizen meteen een berichtje kan sturen. Of vetvlekken niet dè mode-hit van komend jaar kunnen worden?
Zoooo herkenbaar! Ben blij dat ik niet de enige ben! ?
Leuke verhalen ga zo door
Dank je wel Ron! 🙂
Wat een leuke en gezellige verhaaltjes ,
zo herkenbaar ,
heb hier van genoten !
Hoop dat er nog vele volgen !
Leuk om te horen Ria! Dank je wel!