Schapengedrag
Daar sta ik dan. In een lange rij bij de supermarkt. Op de een of andere manier heb ik er een neus voor om voor de rij te kiezen die het kortste lijkt, maar waarvan de wachttijd uiteindelijk het langste is. Of er zit een langzame caissière achter de kassa, of de papierrol voor de bonnetjes is op of een klant is vergeten zijn groente af te wegen. Vandaag lijkt het of mijn kassa overal last van heeft. Na een paar keer zuchten, is een andere winkelmedewerkster zo aardig om een extra kassa te openen. Tegen beter weten in stap ik uit de rij richting de kassa die open gaat. En zoals altijd ben ik niet de enige. Voordat ik het weet, zijn vijf mensen me voorgegaan en sta ik alsnog in een lange rij.
Al wachtend dwalen mijn gedachten af naar dit ‘schapengedrag’. Als er één over de dam is, volgen er meer. Al staan er tien straatartiesten op en rondom hetzelfde plein en doet de een nog gekkere trucjes dan de ander; zodra er twee mensen toevallig stoppen bij de een, dan staan er binnen no time steeds meer te kijken. En meer en meer, totdat er een hele kring applaudisserende mensen omheen staat. Dit terwijl de muzikant aan de andere kant van het plein misschien nog veel mooier speelt.
Het kopiëren van gedrag zit blijkbaar in onze genen. Restaurants waar al mensen voor het raam zitten, trekken anderen over de streep om ook naar binnen te gaan. Hoe vaak lopen we niet als schaapjes achter elkaar aan op zoek naar de uitgang, terwijl er misschien nog drie andere opties zijn? En waarom blijken we ineens allemaal naar het toilet te moeten als er één persoon uit de groep die kant op gaat?
Later vanmiddag in de parkeergarage blijkt dat er een betaalautomaat stuk is. Er staat een rij van zeker veertig mensen voor de automaat ernaast, die het nog wel doet. Ik weet dat er nog een derde automaat is in de hoek van de garage en waag het erop om daarheen te lopen. Er staat een handjevol mensen, dus ik denk de lange rij te kunnen omzeilen. Helaas, ook buiten gebruik. Er zit niets anders op om in de lange rij aan te sluiten. Overal om me heen klinken geluiden van zuchtende en klagende mensen. Waar zijn de bewakers van de garage als je ze nodig hebt? Dan klinkt er ineens een stem uit de defecte parkeerautomaat. Een blonde mevrouw loopt erop af en ze vertelt hoeveel mensen er wel niet in de rij staan bij de enige werkende automaat. De vrouwelijke stem uit de intercom kan zich blijkbaar niet inleven in de situatie, want het blijft ijzig stil. Na nog een aantal keer bellen, komt de stem weer terug en ze belooft te gaan overleggen. Het volgende moment vraagt ze de blonde vrouw om haar naam, zodat ze die kan noteren. Als de mevrouw belooft haar naam te noemen aan de slagboom bij de uitgang, mag ze de garage verlaten. En dat is het startsein voor de andere schapen. Een voor één lopen de mensen op de automaat af om hun naam te noemen bij de stem van de intercom. Een lachwekkend gezicht. Gaan ze nu echt alle namen noteren? Ik besluit het ‘als-er-één-schaap-over-de-dam-is-gedrag’ een keer niet te volgen en loop in plaats daarvan naar mijn auto. Ik rijd naar de uitgang van de garage. Twee auto’s voor me kiezen voor de linker slagboom, die gesloten is. Ik ga voor de rechter; die staat namelijk al open! Lachend rijd ik het licht tegemoet. Een keer geen schaapje zijn, voelt best goed. Restaurants zonder mensen voor het raam; ik ga ze omarmen!
No comments yet.