Ja, maar…
“Ja, het ziet er heel mooi uit hier, maar wat jammer dat je de regen hier niet hoort kletteren.” Twee tafels achter me in een restaurant doet een oudere dame haar beklag. Ik verbaas me over haar uitspraak, want in welk restaurant hoor je tegenwoordig de regen kletteren? Dan zou je op zijn minst in een glazen serre of onder een luifel moeten gaan zitten. Verder vindt mevrouw alles goed; het eten, de setting…, maar er moet blijkbaar toch nog iets negatiefs worden gezegd. Klagen; wat zijn we er goed in. Is het een zonovergoten dag, dan is het voor velen al snel te heet. Zoek je op die mooie dag het strand op en staat er een lekker windje bij, dan waait toch heel vervelend al dat zand in je gezicht. Ga je vervolgens achter een zonnescherm zitten, begint het gepuf en gezweet weer. Het lijkt nooit, maar dan ook nooit honderd procent goed te zijn. Natuurlijk klaag ik zelf ook een lekker potje mee. Gewoon af en toe zeuren om niks; heerlijk. Wanneer het net begint te regenen als ik naar buiten stap, als ik in de file terecht kom en ik daardoor te laat dreig te komen op een afspraak, als mijn zelfgemaakte soep niet smaakt zoals ik gehoopt had, als andere mensen klagen om niks, als ik op de fiets voor de zoveelste keer tegenwind heb…en zo kan ik zonder moeite nog wel even doorgaan. Maar dat doe ik niet. Want dat stomme geklaag zorgt alleen maar voor negatieve energie. En hoe vaak komt er daadwerkelijk een oplossing? Je tovert die file toch moeilijk zelf even weg met bovennatuurlijke krachten. Nee, ik neem me vanaf nu dus plechtig voor om minder te gaan klagen. Dit was twee weken geleden.
Afgelopen weekend stappen mijn man en ik op de fiets. Na een minuut of tien vraagt manlief of het aan hem ligt dat mensen gewoon echt niet meer opzij gaan als je elkaar in tweetallen passeert? Het valt mij ook op. Zelfs oudere mensen doen net alsof we geen tegenliggers zijn. Heel irritant. Op het volgende stuk moeten we binnen een korte afstand vijf keer stoppen voor een stoplicht. Hoe irritant is dat als je gewoon lekker door wilt fietsen? We steken het vijfde kruispunt over en dan begint het fietsslot van mijn man tegen zijn wiel aan te klepperen. Jeetje wat een irritant ding zeg. We trappen verder en na een half uurtje komen we uit op een fietspad waar boomwortels het asfalt iedere vijf centimeter omhoog hebben gelift. “Dit fietst irritant!” roept mijn man. We kijken elkaar aan en barsten in lachen uit. We zijn ons bewust van onze klaagzang. Vreselijk irritant! Ik besluit foto’s van het fietspad te maken en ze op te sturen naar de gemeente, zodat mensen hier hopelijk snel niet meer over hoeven te klagen. Onze tocht eindigt uiteindelijk op een terras. De wespen houden ons daar tot vervelends aan toe gezelschap. En de muziek die er aan staat, dreunt dwars door de muziek heen van een feestje ernaast. Als we terugfietsen naar huis vraag ik mezelf af; “Was het nou echt zo’n rotmiddag?” Nee, in tegendeel. Hij was juist fijn. “Weg dus met al die negatieve energie”, zeg ik tegen mezelf. Ik glimlach en alsof er bovennatuurlijke krachten in het spel zijn, verschijnt de zon achter de wolken vandaan. Zie je wel; heerlijk! Alleen die tegenwind….., kan die als-je-blieft even gaan liggen?!
Noot: Deze blog heb ik geschreven voordat ik wist dat Nationale Zeik-dag eraan kwam. Dus mede-klagers opgelet; op dinsdag 27 oktober kunnen jullie helemaal los. Bewaar klachten over deze blog dus maar voor later…;)
Zal de datum in mijn agenda zetten. Heerlijk de hele dag klagen .?
Wat ben je toch een heerlijk zeikwijf! Top stukje weer! En het staat ook in mijn agenda! X