Groen(t)e vingers

De lente is nu officieel begonnen, maar onofficieel was hij eigenlijk al een tijdje aanwezig. De echt winterse taferelen hebben we dit jaar in Nederland overgeslagen. Manlief en ik verwachten ze ook niet meer, dus besluiten we dat de eerste zaadjes de (moestuin)grond weer in kunnen.
En dat betekent eerst vooral onkruid verwijderen.

Terwijl ik met mijn handen in de aarde zit te wroeten; komt mijn dochter op me af gelopen. Geïnteresseerd kijkt ze toe en zegt ze dat ze me gaat helpen. Over die toezegging ben ik niet verbaasd (want ‘onkruid uithalen’ doet ze wel vaker), maar wel over de lucht die uit haar mond komt. Dat ze zo sterk naar ui ruikt, betekent dat ze van de bieslook heeft gesnoept. De groene stengeltjes groeien het hele jaar door in onze moestuin en ze is er dol op.
Eigenlijk op veel wat uit de grond van onze tuin tevoorschijn komt.
En hoewel ze inmiddels de leeftijd heeft dat ze soms wat kritischer is op de dingen die op haar bord liggen, mogen we niet klagen over haar interesse in eten. En daarmee ook in alles wat groeit en bloeit.
Ze weet aubergines en courgettes beter uit elkaar te houden dan haar papa en pastinaken en koolrabi’s zijn voor haar geen ‘vergeten’ groenten.

Rijkdom
Als de tuin onkruidvrij is, gaan de eerste zaadjes de grond in. Dochter helpt met graven, zaaien en het dichtmaken van de gaten. “Kunnen we over een paar nachtjes al gaan plukken?” Ik moet lachen. Besef van tijd is op deze leeftijd nog lastig, maar wat een rijkdom is het om haar op deze leeftijd al te zien beseffen hoe de natuur werkt. Dat alles een proces heeft en niet zomaar in de vakken van de supermarkt belandt. Dat er in de winter op de Nederlandse grond weinig gebeurt en in de lente alles weer tot leven komt.

Motivatie
Natuurlijk is het hebben van een tuin niet altijd rozengeur, want het onderhoud vraagt (vooral in de zomer) nogal wat inspanning en tijd. Onkruid laat zich nergens door tegenhouden (als je gifvrij wilt verbouwen) en vogels en andere dieren zijn lastig weg te houden bij al dat lekkers. Dat vergt creativiteit en levert soms ergernis.
Toch stond er vorig jaar een hele mooie oogst tegenover. Dat motiveert. Maar op sommige momenten heb ik nog net even wat extra motivatie nodig.

Een aantal weken geleden (toen de horeca nog gewoon open was) zat ik in een koffietentje naast een moeder met een dochter van – ik schat – een jaar of veertien. Ze wilden ieder een broodje, waarbij dochterlief nogal kritisch was op het aanbod van de kaart. Een bagel met alleen kaas moest het worden. Wanneer de bestelling even later wordt gebracht en het pubermeisje de bovenkant van het broodje optilt, trekt ze haar neus op.
“Mam, wat is dit?” zegt ze, terwijl ze de groene plakjes van haar bagel schuift.
Haar moeder antwoordt geduldig: “Dat is komkommer schat”.
Ok….als ik nog wat overtuiging voor het hebben van een moestuin nodig had, dan had ik hem nu gevonden.

7 Responses to “Groen(t)e vingers”

  1. Als zoon van een tuinder kan ik zeggen dat ik ermee ben opgegroeid. Het waren toen grote hoeveelheden die naar de groenteveiling in Amsterdam werden gebracht.Wij hielpen mee in het land en daar hoorde ook het schoffelen bij.
    Het is leuk dat de jeugd het onder de knie krijgt en zo mee geniet van “wat groeit en bloeit”

  2. Wat een heerlijk luchtig en gezellig geschreven blog in deze moeilijke tijd. Top

  3. Yvonne die ervaring heb ik ook met mijn kleinkind, alleen duurt het allemaal langer. En daarna moe van het waarom Opa. Maar wel weer een mooi verhaal.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.