Eenzame Kerstboom
Terwijl ik de straat uitrijd, bekruipt me een treurig gevoel. Op verschillende plekken om me heen zie ik ze liggen. Eenzaam in de goot. Te verdrinken in de regendruppels die met enorme hoeveelheden op hun groene naalden belanden. Met de takken slap en naar beneden gericht, liggen ze over elkaar heen gestapeld. Alsof ze alle betekenis hebben verloren. Een paar weken terug nog met trots en plezier uitgezocht door vrouwen, mannen, hele gezinnen. Dit specifieke exemplaar moest het worden. Deze boom was het die het huis, de flat of het kantoor in de oh, zo fijne Kerstsfeer ging brengen. Met liefde werden de groene takken voorzien van lichtjes, ballen in de meest uiteenlopende kleuren en misschien wel een piek. De naaldbomen werden getransformeerd tot ware… kunstwerken (ja, het woord kunstwerken is hier toch wel op zijn plaats, want net als met kunst vindt de één een kloddertje roze hier en daar prachtig en de ander verschrikkelijk). Op deze manier brachten de bomen wekenlang de gewenste sfeer in huis. Omgekeerd hielden de bomen de takken strak in de lucht en probeerden ze hun naaldjes zoveel mogelijk te behouden om de eigenaren vooral niet teleur te stellen. Soms was dat onbegonnen werk. Dan kroop er een nieuwsgierige baby langs die met zijn handjes even aan de takken moest trekken of sprong er een kat wild in op zijn eigen spiegelbeeld in die glanzende kerstbal onderin. Ook kwam het voor dat mensen leken te zijn vergeten dat bomen levende wezens zijn en behoefte hebben aan water. Dan stond de boom te vergaan van de dorst en aan het uitvallen van de naalden was dan gewoonweg geen houden meer. Maar meestal; meestal slaagden de bomen erin om hun trotse rol van sfeerbrenger te vervullen tot aan het begin van het nieuwe jaar. Met genoegen haalden ze de complimenten van iedereen binnen. Wat stonden ze er mooi bij. En wat was de geur die ze verspreidden overheerlijk. Alsof er een stukje natuur was binnengehaald. De bomen slurpten alle gesprekken in de huizen op. Ruzies, discussies, liefdevolle conversaties. Werkelijk alles kwam voorbij. De emoties liepen soms hoog op. Zoals bij die boom, die in huis bij een eenzame dame stond. Dagenlang hoopte ze op bezoek van iemand die haar gezelschap kwam houden, maar behalve een telefoontje van haar dochter, kwam er niemand langs. Haar tranen gingen door naald en tak. Een andere boom genoot juist van het geluk dat een stel met een net geboren kindje uitstraalde. Prachtige, ontroerende weken. Maar toen werd het Nieuwjaar. Na enkele dagen, en bij sommigen al na enkele uren nadat het knallende vuurwerk had geklonken, begon de interesse in de bomen ineens in rap tempo af te nemen. “Waarom stond dat ding er nog?” en “Wanneer gaat die boom de deur uit?” waren vragen die de bomen plots overvielen. De bomen protesteerden nog even door nog maar een keer hun mooiste takje voor te zetten, maar er was geen houden meer aan. De één na de ander werd letterlijk afgetuigd. Hardhandig werden de ballen, de slingers, de lampjes uit de takken getrokken. Alsof het uiterlijk van de boom er niet meer toe deed. Alsof het eerder tot kunstwerk verheven geheel moest veranderen in een waar slagveld. Gehavend moesten de bomen de huizen en kantoren weer verlaten. Hoogst verbaasd en onbegrepen belandden de bomen langs de kant van de weg. Machteloos kunnen ze nu alleen maar wachten op hun lot. Ik bekijk het treurige schouwspel met doorregende bomen. Een berg aan verhalen dat achter die stapel schuilt gaat, wordt straks in één keer vernietigd. Alsof ze niks hebben betekend. Alsof ze er niet meer toe doen. En hoe triest dit einde van een Kerstbomenleven ook is, toch groeien er ieder jaar weer opnieuw boompjes en pronken ze op hun best om bij ons in huis te mogen komen staan. Te nieuwsgierig naar al die taferelen die achter iedere voordeur schuilgaan. Wat dat betreft zijn het net mensen.
Ik laat de straat achter me en zie nog net hoe de gemeentewagen de bomen één voor één inlaadt. Ik wil bijna roepen: “Doe wel een beetje voorzichtig met al die verhalen!” Maar ik houd me in. Dat verhaal; dat schrijf ik beter maar gewoon op.
Yvonne, misschien heb ik daarom een kunstkerstboom.
Weer een heel mooi verhaal.
Haha, wel zo praktisch Bert 🙂