Ben ik al bruin?
“Goedemiddag”. Stilte. ” Eh…goedemiddag mevrouw”. Ik kijk op van mijn laptop. De meneer voor me zit omgedraaid op zijn loungebank. Hij heeft het tegen mij. Het is een mooie zomerdag en ik bevind mij op het terras van een hippe strandtent aan de Hollandse Noordzeekust. Het voordeel van het schrijvers-vak is dat ik mijn werkplek in principe zelf kan uitkiezen en vandaag combineer ik het nuttige met het aangename.
Ik groet de man – ik schat hem tegen de 50 – beleefd terug en dan volgt er een vraag die ik in de verste verte niet verwacht; “wilt u mijn rug even insmeren?” Even denk ik dat ik in Bananasplit zit. Zei hij dat nu echt? Hij herhaalt zijn vraag, maar nog voordat ik kan antwoorden, staat hij al zo goed als naast me met zijn flesje zonnebrand in de aanslag. Een beetje lacherig zeg ik “ja, natuurlijk” en smeer de rug van de man in. Ondertussen grapt hij dat hij dit vroeger in zijn ‘getrainde dagen’ zelf wel kon, maar nu helaas niet meer. Ik lach en de man bedankt me hartelijk. Hij laat dit nog maar eens blijken als hij de serveerster van de strandtent bij zich roept en haar de opdracht geeft om bij mij een drankje op te nemen. “Ze verdient het, want ze heeft net even lekker mijn rug ingesmeerd”. Aan het gezicht van de serveerster is verbazing af te lezen, maar ze doet wat haar gevraagd wordt. Ok, het is misschien wat gek om een rug van een wildvreemde in te smeren, maar een drankje als bedankje is misschien weer wat veel van het goede. Toch dringt de man erop aan en na enige twijfel bestel ik een glas wijn. Als onze drankjes worden gebracht, proosten we op het leven en dat we vooral moeten genieten. “Er zijn genoeg mensen die alleen maar klagen, ook al is het een mooie dag als deze”, vervolgt hij. Ik zeg dat hij daar gelijk in heeft. Er volgen nog wat dialogen over het weer, alle ellende in de krant en hoe plotseling het leven ineens afgelopen kan zijn. Ik nip aan mijn rosé en werk nog even verder. Als ik wat later wegloop om af te rekenen, denk ik aan het rug-insmeer-tafereel en begin ik te gniffelen. Het is zo herkenbaar dat je je rug niet in kan smeren als je een dagje alleen bent. Ik rommel altijd maar wat aan en zorg ervoor dat mijn rug gewoon niet te lang in de zon is. Deze meneer is bijdehand genoeg en doet er tenminste wat aan. Als ik terugkom op mijn plek om mijn spullen in te pakken, bedankt hij me nogmaals. Ook voor mijn positieve instelling. Om vervolgens te eindigen met; “ik zeg altijd maar zo; wat je uitstraalt, krijg je ook weer terug”. Ik beaam wat hij zegt, maar laat mijn eigen rug toch on-ingesmeerd onder mijn jurkje verdwijnen. Hoe eens ik het ook met zijn uitspraak ben; deze rug krijgt hij niet terug. Ik loop de boulevard op met een lach op mijn gezicht. Die heb ik dan weer wel gekopieerd.
’n dag niet gelachen is ’n dag niet geleefd??
🙂 Smile…het meest vriendelijke wapen van elk mens..
You mae me happyyyyy! Wat een heeerlijk stukje weer! Ik wil meeer!!!!
Super :D! Er komt zeker meer Kate 🙂